De Waterzak

‘Yo, waterzak! Waterzak!’

Een harde kreet om de zak met water wordt niet beantwoord. ‘GS9’ rolt over het hobbelige achteraf veldje. Een pijnlijke enkel, met bloed. Beste natrap actie van de aanvoerder van de tegenstander. ‘JvdA10’, die achter onze goaltjesdief staat op papier maar overal en nergens wat zwerft, heeft de situatie bekeken en komt tot de conclusie dat de waterzak zijn intrede kan doen deze wedstrijd.  ‘Yo, waterzak!’ In de dug out krabt ‘BT15’ aan zijn edele delen, iets dat ook gewoon moet kunnen. Uiteraard hoorde hij de kreet van onze kale klets ‘JvdA10’ wel, net als de andere drie die langs de lijn staan/zitten/liggen. Maar hij doet net of hij het niet hoort. De anderen doen hetzelfde. ‘Waterzak, stelletje lamlullen!’ Zoals een echte leider betaamt zucht ‘JB14’ diep, werpt een vernietigende blik richting de ‘lamlullen’ en snelt zelf richting de bank om de waterzak op te pakken. Tot opluchting van de desbetreffende wissels. Ze kunnen rustig en ongeïnteresseerd blijven staan/zitten/liggen. Een sprint van zo’n 50 meter hoeven ze nu niet in te zetten..

 

Dit tafereel dat hierboven wordt geschetst komt bij elke amateurwedstrijd wel voor, meermaals ook wel. De luiheid spat er van af bij de ‘rest senioren’ en de waterzak is typerend voor het voetbal an sich. De waterzak is een begrip, waar je ook komt. Elke wedstrijd is ie er, nooit meldt hij zich een dag van te voren af met één of andere smoes. Die waterzak, die staat er. Week in, week uit. Weer of geen weer, uit of thuis.. Die zak is er bij. Langs de lijn van hoofdveld, iets dat bij ons weinig voorkomt, of in de dug out aan het D veld, iets dat dan wél weer vaak voor komt. Geen onderscheid kent de waterzak. Ook niet tussen mensen overigens. En dat anno 2022, dat zie je toch weinig meer he?!

 

De waterzak is er in verschillende gedaantes. Hoe hoger je speelt, hoe luxueuzer de waterzak. Bij ons, in het vierde vlaggenschip van SC Stiens, in de diepste krochten van Friese voetbal bijvoorbeeld. Hier is geen spoortje comfort te vinden van onze waterzak. Alleen water in de zak met een oude spons die het al zo’n zes seizoenen volhoudt én twee bidons. En als we geluk hebben drie bidons. Het water dat in de zak zit slinkt naarmate de wedstrijd vordert. Uiteraard omdat hij gebruikt wordt bij blessures, maar het grootste probleem is dat de zak gewoon lek is. En dat moet ook he, een waterzak op dit niveau hoort lek te zijn. Ooit een waterzak gezien die in de zesde klasse niet lek is? Eerlijk?…..

Dan even de waterzak van ons eerste elftal. Die is al wat uitgebreider. Daar heeft de waterzak vaak al wat spuitbussen met verkoelende spray. En soms hebben de wissels geluk: in het zijvakje zit nog weleens een rolletje Dextro. Gaan we een paar stapjes verder, richting betaald voetbal. De écht luxe variant, voorzien van allerlei medische hulpmiddelen. Koffer erbij met pilletjes er in, verbandjes en andere rariteiten..

Linksom, rechtsom, er overheen.. We ontkomen er niet aan; de waterzak hoort bij (kelderklasse)voetbal. Eigenlijk net zoals buitenspel staan op eigen helft, zeuren tegen de scheidsrechter, valsspelende grensrechters en een kistje bier bij het veroorzaken van een penalty. En bij een gele kaart. En bij over het vangnet schieten. En bij een penalty missen. Naja, eigenlijk hebben wij elke week wel bier. Al mag dat nu ook niet meer van onze vrienden van Amstel, las ik afgelopen week..  Maar de waterzak he, het hing een lange tijd aan een zijden draadje..

Het kwam onze stro.. mond niet meer uit, maar Corona. De ontwikkelingen rond dit virus zorgden ervoor dat het leven van de waterzak voorbij was. Onomstreden als de waterzak altijd is geweest, jaren lang, zo omstreden was hij een aantal jaar. In die nare tijd, waarin we geen handen meer mochten schudden, waar we 1,5 meter afstand dienden te houden én dat de mondkapjes steeds meer in ons straatbeeld kwamen, was de zekerheid van een basispek voor de waterzak wankel. De waterzak hoe we hem kenden, was hij wel bestand tegen Corona?

Met elf spelers dezelfde spons, en dan onze wissels nog niet eens meegerekend. Met elf spelers drinken uit twee bidonnetjes, en ook dán onze wissels niet eens meegerekend. Vóór maart 2020 was hierover nooit één wanklank over te horen. De twee jaren daarop rees de vraag; hoe nu verder?  Elke speler zijn eigen bidonnetje? Elke speler zijn eigen waterzak? Elke speler zijn eigen sponsje? Zeg het maar..

Het virus heeft hard toegeslagen, de waterzak zag zijn einde naderen, op de IC. Een geruisloze coronadood naderde. De waterzak liep serieus gevaar. Maar nu, de tijd ná Corona. De waterzak lekte niet hard genoeg en had nog genoeg water in zich. Hij is weer hetgeen elke blessure kan laten verdwijnen, als bloed van de knie. De zak heeft overleefd. Hij is in ere hersteld.

 

De tweede seizoenshelft zal aanstaande zaterdag, 21 januari, weer aanvangen. Thuis, op het kunstgras om half drie, is het tweede elftal van Jistrum onze tegenstander. De vraag is: Bent u er? Het gegeven is: De waterzak ís er. Tegen de dug out aan, schuin en uiteraard lekkend. Mooi in eenvoud en lelijkheid…

 

DT

 

 

Categorieën: