Onze Anne Jan…

Anne Jan Stienstra. Wanneer je ogen over het wedstrijdformulier glijden en je ziet ‘Anne Jan Stienstra’, staan dan denk je direct aan een niets ontziende verdediger. Die druistig gaat voor elke bal en daarbij niet op een ledemaatje meer of minder kijkt. Je hebt een potige speler op je netvlies met forse armen vol met tattoo’s, een borstkas waar Johnny Bravo jaloers op zou zijn en een nek van hier tot aan Ferwerd. Oftewel, een flink uit de kluiten gewassen verdediger die de botte bijl vaker wel dan niet hanteert; Onze sloper ‘AJS3/4’. ‘Geen vast rugnummer?’ hoor ik u denken.. Nee, nou ja, vast wel.. Maar hij weet het zelf niet en de rest ook niet. Dus daarom de ene keer 3 en de andere keer 4..

Maar nee, onze Anne Jan is bepaald geen Johnny Bravo. Al zal zo’n zonnebril hem zeker niet misstaan. Dus geen wandelende rotsblok in een zwart SC Stiens tenue. Wanneer je ‘De Stipe’ oploopt, richting het veld, zie je meteen dat het een alleraardigste jongen is. Vriendelijk, dat is het juiste woord. Een vriendelijke knaap. Gemeen is hij doorgaans niet en tegenstanders krijgen in de wedstrijd zelfs weleens een handje. Eigenlijk he, eigenlijk doet hij niets kwaad.

Onze Anne Jan gaat nooit tekeer, niet zichtbaar in ieder geval. Ging ie maar eens zichtbaar tekeer, hoor ik een aantal mannen van ‘Ut Vierde’ weleens zeggen. ‘Even iemand het reclamebord van van Lingen Schilders over schoffelen!’ (we zoeken overigens nog een sponsor voor voetbaltassen, meneer van Lingen……)

 

Onze Anne Jan, onze nummer drie óf vier dus, onze eigen libero. Het is geen wrede voetballer. Hij ziet er eigenlijk heel gewoon uit. Zoals gezegd heeft hij geen grote borstkas a la Johnny Bravo en heeft hij geen dikke en gespierde bovenarmen. Ook tattoo’s zijn mij onbekend bij hem, en ik kan het weten aangezien ik elke week met hem onder de douche sta. Daarbij komt dat hij ook geen kapsel heeft die een gerespecteerde marinier wél heeft. Denk zelfs dat hij elke ochtend gewoon een beetje gel in doet. Die gele, weet u wel? Die iedereen op de basisschool kreeg bij Sinterklaas, met een paar euro’s er in.

Nee, onze Anne Jan is gewoon een leuke, vriendelijke fluiter. Dat wordt nog maar eens bevestigt wanneer hij zijn vrouw en kinderen een dikke kus geeft na het rustsignaal van Hansie Hansie.

Zijn vrouw is trots op haar man en zijn kinderen zijn trots op hun papa. Vlak voor rus(h)t stoomt hij op vanaf eigen helft, maakt een één tweetje met een middenvelder. Kan ‘DJK8’, ‘JB14’, ‘SvdH11’ of ‘DT7’ zijn geweest. Gaat het ook niet om, onze Anne Jan gaat die één twee aan en maakt een voorwaartse beweging. Sprint een beetje half half richting de linkerkant en waande zich één van de beste linksbuitens die Nederland heeft gekend, Piet Keizer. Hij gooit er een dubbele schaar waar Peter Johannes Keizer trots op zou zijn. Het lijkt alsof de bal met een touwtje aan zijn nieuw zwarte Nike kicksen zit. Met een geriefelijke beweging zet hij de tegenstander op het verkeerde been maar daarmee zichzelf ook. Na deze formidabele actie verliest hij de bal en komt zijn judojeugd goed van pas. Hij wint dit robbertje vechten met gemak: IPPON!!

 

 

 

Onze Anne Jan is een bescheiden jongen, een sportieve speler die altijd de voetballende oplossing zal zoeken. Maar een linksbuiten is hij niet en zal hij ook nooit worden. En lieve Anne Jan, dat hoeft ook niet; Schoenmaker blijft bij je leest. En nee, niet Lex..

Een bekend gezegde is van toepassing op onze Anne Jan: ‘Rots in de branding’. De stille motor van het vierde vlaggenschap van SC Stiens. Zowel in de verdediging als nét er voor is hij een betrouwbare steunpilaar. Hij maakt zijn kompanen in het veld beter maar begeeft zich subtiel op de achtergrond.

Als kind had iedereen wel iemand naar wie hij/zij opkeek. Vroeger hoorde je namen als van Basten, Zidane, Beckham en de échte Ronaldo. Zelf keek ik altijd vol bewondering naar Boudewijn Zenden, maar dat terzijde. Vandaag de dag hoor je in Stiens maar één naam. En dat is niet Sytse met z’n oranje vlaggetje. Ook hebben we het niet over IJzeren Arjen. Nee, we hebben het over onze eigen Anne Jan Stienstra, de Rijkaard van De Stipe.

Hij is eigenlijk de informele leider binnen ‘Ut Vierde’. Waar ‘JvdA10’ en ‘GS9’ de meeste eer opeisen, is onze Anne Jan de meest ondergewaardeerde constante factor. Een gerenommeerd lid van de vereniging, toevallig de voorzitter die zo nu en dan weleens een kaartje wil pakken, heeft ‘AJS3/4’ weleens een vaderfiguur genoemd. Maar dan wel zonder belerend te zijn. Anderen noemen hem de oudere broer.

Daarbij komt dat de manier van coachen van onze Anne Jan heel prettig is, vooral voor de ietwat jongere spelers. Hij is een mentor, tevens een cultuurbewaker. Ook maakt hij het voetballen simpel. Want dat is het he, voetbal is simpel.

Onze Anne Jan is bescheiden, de drang om voorop te lopen heeft hij niet. Integendeel zelfs. Maar hij is wél iemand die in de rust onverwachts zijn mond flink kan roeren. Hij vertelt doodleuk en eerlijk dat ze een wedstrijd nooit zouden gaan winnen als ze zó, op deze manier, door zouden gaan. Hij kan binnen no time zaken die niet goed gaan aanstippen en iedereen aan zijn taken laten herinneren. Ik zie ‘AS13’ en ‘WWL2’ levendig aan zijn lippen hangen. Ook ‘JB14’ houdt in die situatie dan zijn mond en laat de rake woorden van onze Anne Jan op zich in werken. De aanwezigheid van deze informele leider, de stille voortrekker, is van doorslaggevende betekenis.

 

Ooit schreef het dagblad Trouw over Frank Rijkaard: ‘Een eresaluut aan een voetbalmonument’.
Het is wachten op ‘De Stienser’, met woorden van gelijke strekking over onze Anne Jan Stienstra.

Wellicht is het een idee om dan eerst iemand te trakteren op een fluim in het haar..

Tot zaterdag, Frenk!!

 

DT

Categorieën: