De laatste duik…
21 mei 2025
De laatste duik
Sommige momenten zie je aankomen. Je weet dat ze gaan komen maar worden altijd voor je uit geschoven. Maar wanneer ze er dan zijn, grijpen ze je toch bij de strot.
Morgen, donderdag 22 mei 2025, is zo’n moment.
Dan trekt ons monument, Henk Willem Boschma, voor de laatste keer zijn keepershandschoenen aan. Voor de laatste keer staat hij onder de lat. Voor de laatste keer verdedigt hij ons doel, met alles wat hij heeft plus de rest.
Na tig seizoenen, na duizenden ballen, na zweefduiken, katachtige sprongen, schorre stemmen na de wedstrijd, natte shirts en slechte grappen in de kleedkamer, is het klaar. Niet omdat hij moe is. Niet omdat hij het niet meer kan. Maar omdat hij ruimte maakt, meer tijd. Meer tijd voor thuis.
Thuis dus..
Voor Inge.
Zijn prachtige vrouw die al die jaren precies begrijpt waarom hij voetbalzaterdagen nodig had. Behalve op de natte en vieze zaterdagen.. Maar die met liefde de ruimte gaf.
Die langs de lijn stond, vooral niet met regenachtig weer, maar wél met de zon.
Die zijn modderig shirt, natte broek en vieze sokken waste en nooit vroeg wanneer hij ging stoppen. Nee, ze weet dat dit onderdeel was van ‘HWB1’ zijn leven.
De zaterdagen waren voor ons, maar nu? Nu zijn alle zaterdagen oa. voor haar.
Voor Sven.
Zijn negenjarige zoon, die vrijwel elke wedstrijd op de bank zit naast de wissels en nog nét niet mee doucht na de wedstrijden. Hoe hij kijkt naar zijn vader alsof hij een wereldster is, hoe alleen een kind dat kan. En eerlijk, ‘HWB1’ ís dat ook. Voor ons, maar vooral voor Sven.
Voor Ruben.
Zijn andere zoon, drie jaar jonger dan zijn grote broer, die langs de lijn drie meter de lucht in springt wanneer zijn vader een bal uit de kruising ranselt alsof het de WK finale is.
Voor hem is zijn vader niet zomaar een keeper. Voor hem is hij dé keeper, zíjn vader.
De grootste die hij ooit zal kennen.
Je hebt van die keepers waar je over praat.
En je hebt Henk Willem Boschma. Waar je niet over praat, omdat het vanzelfsprekend was dat hij er stond. Altijd.
De man zonder manbun. (U weet wel, zo’n knotje op de kop..) De man zonder bijzonder gekleurde handschoenen. De man zonder gekke warming up. De man zonder poeha. De man zonder geschreeuw. De man zonder zweverige quotes. Wél de man met een uittrap. Niet ver, maar wel op de stropdas. De man die zo nu en dan weleens uit zijn doel kwam. Niet snel en vaak, wel wannéér hij kwam, hij de bal ook daadwerkelijk had. De man met katachtige reflexen. De man die nooit vroeg om aandacht, maar morgen dubbel en dwars die aandacht wél verdient. Niet zo maar een man, maar ónze man. Onze ‘HWB1’.
De man die je eigenlijk ook in één zucht kunt noemen met oa. Bobby Haarms, Blaise Nkufo, Johan Cruijff, Bobby Moore, Dennis Bergkamp en uiteraard Gordon Banks. Al deze mannen zijn vereeuwigd als standbeeld, als eeuwige herinnering aan wat ze betekenden. Op pleinen, voor stadions, in harten. Nu durven wij wel te stellen, hardop te zeggen, dat onze ‘HWB1’, voor de ingang van ‘De Stipe’ niet zou misstaan in het brons. Zittend op zijn linkerknie, Sven op zijn rechterknie, linkerhand op de bal en Ruben op zijn schouders. Plakkaat er voor met de tekst: ‘Gewoon Henk Willem. Keeper. Vader. Man. Held.’ Niemand die het gek zou vinden..
Nog één keer zijn blauwe tricot over z’n hoofd. Nog één keer die stinkende, versleten handschoenen aan die je al ruikt voordat hij de tas openmaakt. Getekend door de tijd, door modder, door ballen uit de kruising. Nog één keer tapen, veters strikken, lachen om de warming up die eigenlijk niet nodig is, en dan.. Het laatste eerste fluitsignaal.
Niet met volle tribunes, niet bij ESPN, geen interview met Milan van Dongen.
Maar gewoon op een donderdagavond, hier, in Stiens.
De laatste uittrap over alleen ‘GH4’ en ‘AJS3’ heen.
De laatste corner waar je brullend uitkomt.
De laatste duik in de korte hoek.
De laatste blik na een goede redding. Kalm, zonder borstklopperij.
De laatste met Inge staand langs de lijn, in de oranje waas van de ondergaande zon.
De laatste met de apetrotse Sven en Ruben zittend op een bal, met natte oogjes.
En na afloop, nog één keer die handschoenen uit. Langzaam..
Zweet. Gras. Stilte. We maken een diepe buiging en we zwaaien je uit, met een glimlach en met een brok in onze keel. Bedankt maat. Dit was het dan, de laatste duik..
Liefs,
Wij, Ut Vierde
DT